Binnenkijken in de Gentse stadsbrouwerij van Duvel-CEO Michel Moortgat
Maar liefst twaalf jaar duurde de renovatie van het Gentse stadspaleis waar Michel Moortgat, CEO van brouwerij Duvel, sinds kort wodka en rum stookt.
Michel Moortgat noemt de aankoop van dit pand een werk van liefde. ‘Toen ik dit gebouw binnenkwam, op zo’n historische plek, de bakermat van Gent, was ik op slag verkocht. Het is gewoon zot, dat je nog zo’n gebouw, op zo’n ligging kunt vinden. Alles is hier aanwezig: kunst, cultuur, geschiedenis. De Biezenkapelstraat aan de voordeur leidt naar de kathedraal en is gewoon een van de mooiste en origineelste straten van Gent.'
'Als ik hier rondloop en ik hoor de gezangen uit de ramen van de muziekacacdemie, dan waan ik mij in de 18de eeuw. Bij de renovatie hebben de stadsarcheologen in onze kelders gegraven. Dat is nu allemaal onderzocht en gecatalogiseerd. Er zijn drie pallets met historische vondsten weer naar ons onderweg. Dat is toch uniek?’
Al heeft hij er naar eigen zeggen wel een paar grijze haren aan overgehouden. ‘Vooral mijn echtgenote heeft hier de voorbije jaren zeer veel tijd in geïnvesteerd. En onderweg komen de twijfels. Waar zijn we mee bezig?’
Een renovatie van twaalf jaar... Zou het kunnen dat de Gentse dienst stedenbouw – niet echt gekend als een soepele gesprekspartner – daar iets mee te maken heeft? ‘De renovatie heeft enkele jaren meer in beslag genomen dan gepland. Maar ik kan daar begrip voor opbrengen.' 'Bij de renovatie van het dak moesten de dakleien vervangen worden. Vandaag klik je leien met een haakje ineen. Maar in de 18de eeuw werden de leien vastgenageld. De stadsdiensten vroegen die techniek te eerbiedigen en wij hebben hen daarin gevolgd. Tijdsintensief inderdaad, maar tijdens het nagelen sla je ook een kwart van de leien kapot. Maar dat moet dan maar.’
Een renovatie van twaalf jaar... Zou het kunnen dat de Gentse dienst stedenbouw – niet echt gekend als een soepele gesprekspartner – daar iets mee te maken heeft? ‘De renovatie heeft enkele jaren meer in beslag genomen dan gepland. Maar ik kan daar begrip voor opbrengen.' 'Bij de renovatie van het dak moesten de dakleien vervangen worden. Vandaag klik je leien met een haakje ineen. Maar in de 18de eeuw werden de leien vastgenageld. De stadsdiensten vroegen die techniek te eerbiedigen en wij hebben hen daarin gevolgd. Tijdsintensief inderdaad, maar tijdens het nagelen sla je ook een kwart van de leien kapot. Maar dat moet dan maar.’
Centraal in het stadspaleis troont een monumentale trap. De muren zijn beschilderd door Norbert Heylbroeck in 1764. Beneden aan de voet van de trap word je bekeken door monsters uit de onderwereld en je eindigt bovenaan midden in de hemel.
‘De wandschilderijen hebben we volledig laten restaureren. Daarbij zijn wel een paar zaken aan het licht gekomen. De nonnen hadden hier en daar een borst laten bedekken. En hier achter mij was sater overschilderd met een struik.’
Een echt privémuseum waar de familie het historisch pand en haar hedendaagse verzameling toont, wordt het niet. ‘We zijn nog een beetje aan het zoeken hoe we het af en toe kunnen openstellen voor het publiek. Misschien op Open Monumentendag?’